ACADEMIE VOOR DE HEBREEUWSE BIJBEL EN DE HEBREEUWSE TAAL

Archief - Notities van lezingen

23
haschgocho * zegen van Izak * Rebbeka * Jakow-Esau * Gan Eden * (slang) Nogosch* Jona * Farao * Ninivé * herhaling * psychologie * psycho-analyse * onderbewustzijn* religiositeit * moraal * ethiek * godsdienst * filosofie * logica * Mythologie * ziel * schalen * Touro * optimisme * Emoeno (geloven) * Utilitarisme* nuttigheid * oorlog * moderne tijd * economie * politiek * Jeschoeo (verlossing) * Geoelo 

Het komt vaak voor dat mensen op bepaalde situaties eigenlijk vreemd reageren. Pas later ziet men dat hun reactie goed was en vraagt men zich af wat hen eigenlijk tot die reactie gebracht heeft. Natuurlijk is de hele wereld tot in alle onderdelen, dus ook tot in alle daden door God geschapen en zijn ook deze reacties al vanaf het begin van de schepping om zo te zeggen vastgelegd. Toch vraagt men zich dan ook nog wel af hoe deze wijze van reacties uit het verhaal van de wereld te verklaren is. Men ziet dan hoe steeds weer bepaalde gebeurtenissen terugkomen en andere mensen in andere tijden voor diezelfde gebeurtenissen komen te staan. Men denke aan het bijzonder sterk sprekende voorbeeld van de situatie Jacob, Esau en Rebekka bij de zegen, die Izak wilde geven, waar dezelfde situatie zich voordeed als bij Adam, Eva en de slang. Rebekka doet in die situatie dingen, waarvan men eigenlijk zegt: Waar haalt zij de zekerheid, moed en het doorzettingvermogen vandaan, hoe komt zij erbij de verantwoordelijkheid voor dit wat men zou kunnen noemen ernstige bedrog op zich te nemen terwijl men anders van Rebekka toch niet eens zoveel merkt, dat zij in die zin zou hebben kunnen handelen. Als men dan echter bedenkt dat hier zich een herhaling van de situatie in het Paradijs op een ander toneel voordoet dan zou men kunnen zeggen: Rebekka weet nu al intuïtief hoe zij moet handelen en zij weet het zo goed omdat eens het gevolg van haar vroegere daad zo desastreus was geweest dat zij nu werkelijk niet eens meer weifelt. Jacob, de uitverkorene, weifelt wel en wil zich eraan onttrekken; hij heeft van de hele situatie spijt omdat hij een andere plaats, een andere rol had ingenomen, doch Rebekka weet pertinent wat haar te doen staat. Zo kennen wij ook het verhaal van de koning van Ninivé in het boek van Jona, die op onverklaarbare wijze helemaal tegen de regels van een koning van Ninevé, van een heidense stad in, prompt op het eerste betoog van een vreemde profeet dergelijke radicale maatregelen neemt voor terugkeer tot God, dat men eigenlijk verbaasd zijn hoofd schudt en het niet wil geloven. Doch als men dan weet dat deze koning van Ninivé de Farao is (ik laat in het midden of men dan over dezelfde persoon spreekt of van een zogenaamde reïncarnatie omdat dit alles in het Bijbelverhaal toch geen rol speelt), dan begrijpt men toch weer heel goed dat de klappen die Farao had opgelopen voor zich en zijn volk zodanig geweest waren dat een herhaling van deze fout beslist haast ondenkbaar zou zijn.

En zo heeft ook de hele wereld een voorgeschiedenis en heeft zij in vele dingen al voorheen dergelijke slagen en vernietigingen meegemaakt dat zij in haar reactie soms onbegrijpelijk onlogisch en vasthoudend is. Men denke bij voorbeeld aan wat de moderne wereld noemt het religieuze instinct van de mens. De mens in deze wereld zoals wij die nu kennen ziet praktisch geen God. Zij ziet in tegendeel wat men zou kunnen noemen onrecht. En eigenlijk hoe meer zij het ziet des te hardnekkiger grijpt zij aan God vast, aan een God die zij niet eens gezien heeft en op zijn best slechts van vertellen of lezen kent. Een dergelijk verschijnsel is dan ook niet te verklaren uit de behoefte van de mens aan iets ideëels om zich er aan vast te houden, doch het is puur het weten -zij het dan onderbewust- van de mens dat er een God aanwezig is en dat God alle dingen in de wereld leidt. Daarom is het religieuze instinkt een volkomen onlogisch iets. Logisch zou zijn dat de mens puur slechts de dag plukte en zich om niets bekommerde, dat hij gewoon roofde en moordde als dat te pas kwam en alle maatstaven over boord zou gooien. Doch zelfs tot de ergste misdadigers toe kennen het gevoel van berouw, van vrees voor God en steeds zullen deze onlogische, onwetenschappelijke momenten hen weerhouden van het allerergste. Dit komt omdat de wereld evenals de mens al eens meegemaakt heeft hoe God werkelijk zichtbaar ingreep omdat de wereld en de mens God zoals men zou kunnen zeggen van aangezicht tot aangezicht kennen en al leeft men nu in een fase waarbij God onzichtbaar is geworden, toch weet men met een diep-beleefde ervaring dat God wel degelijk bij elke gebeurtenis aanwezig is en zo zijn er ook verschillende maatstaven die beslist, onlogisch en onnuttig zijn zoals men tegenwoordig wel zegt, die echter rotsvast in de mens ingeworteld blijken. Het is datgene, dat men moraal noemt, fatsoen, ouderliefde, respect voor de echtgenoten over en weer, etc. Dit heeft soms weinig of niets met nuttigheid te maken maar blijft toch op onbegrijpelijke wijze door alles heen gehandhaafd. Ook dit is niets anders dan een herinnering aan een tijd waarin men wel degelijk wist dat dit de enige en ware maatstaven waren en al het andere niets anders dan schijn.

En zo reageert ook vaak de individuele mens op gebeurtenissen op een wijze waarbij men zegt: Waarom doet hij nu net zo en niet anders, want het is toch allesbehalve logisch en helemaal niet verklaarbaar dat hij net zo handelt?

Nu kent de moderne psychologie de werkmethode waarbij men uitgaat van het onderbewuste en vele van de handelingen van de mens verklaart men met behulp van dit onderbewuste. In dit onderbewuste komen vele dingen uit dit leven, die wij niet verwerken, niet uitspreken, die nog niet geboet zijn en zonder dat de mens zelf beseft blijven zij in reserve liggen om als bepaalde omstandigheden zich voordoen plotseling naar voren te komen. Doch het is niet alleen datgene, dat deze mens zelf meemaakt dat in het onderbewuste zit, er zijn ook zeer veel andere factoren die dit onderbewuste, eigenlijk het grootste deel van de ziel haast, bepalen. Zo kent de moderne psychologie aan de verschillende complexen namen toe, vaak voortkomend uit de klassieke oudheid en verband houdend met de oude goden- en heldenverhalen. Men kent bij voorbeeld het zogenaamde Oedipus-complex, waarbij een onverklaarbare liefde van de man voor zijn moeder en een haat voor zijn vader blijkt. Men herkent op deze wijze zeer veel dingen, die men eigenlijk tot zijn verbazing in verhalen uit de oudheid bespeurt, en men zegt dan: Die ouden waren knappe psychologen. Dit is natuurlijk helemaal niet waar. De ouden vertellen alleen verhalen van de wereld voordat deze mens er was en vertellen het op een dergelijke wijze dat die verhalen gewoon vertaald konden worden naar iedere wereld toe. Wij hebben natuurlijk deze oude mythen niet nodig omdat aan ons op de enig juiste wijze verteld is hoe de loop der werelden is en wij hieruit ook kunnen leren en zien hoe de mens zoals hij op deze wereld verschijnt, steeds weer in situaties komt uit vroegere levens en dan natuurlijk reageert omdat hij ervaring en onderbewustzijn uit die vroegere levens heeft.

Onze ziel, zich lichamelijk voornamelijk uitdrukkend in onze hersens, bewaart de herinnering aan al deze werelden en levens omdat zij overal geweest is en kent en bij een bepaalde gebeurtenis reageert de mens inderdaad als een eeuwig wezen, blijkt hij ineens dingen te beheersen die niet achter hem gezocht worden. Zonder deze herinnering aan het verleden en het werkelijk welbewust weten van een toekomst waarbij alles verlost is, zou de mens geen uur op deze aarde kunnen leven zonder werkelijk onmiddellijk zelfmoord te plegen. Dit weten echter in dit leven een onderdeeltje te zijn van een grote lijn die vóór dit leven al bestond en na dit leven doorgaat, ononderbroken praktisch, dit weten houdt de mens niet alleen levend doch optimistisch, opgewekt en gelukkig en hoe sterker dit weten is des te sterker heeft hij de kans door de schil, door de omhulling van het lichaam heen te komen des te opgewekter en gelukkiger is de mens.

Werkelijk vrome mensen zijn daarom altijd opgewekt en zure mensen kunnen wel zich voordoen als vroom, zijn het echter geenszins. Een vroom mens is gelovig en dit betekent dat hij weet -al is het niet in zijn tegenwoordige menselijke bewustzijn maar toch daarom misschien wel dieper, omdat het ook iets is van zijn onderbewustzijn- van het verhaal van het verleden, van de verlossing van alles in de toekomst, het eigenlijk al verlost zijn in dit leven en dit alles maakt hoe de omstandigheden ook zijn de mens tot een wezen dat lachen kan, dat ook huilen kan, een wezen echter dat op de dingen reageert anders dan alleen te reageren zou zijn als men werkelijk slechts afging op economische of andere nuttigheid maatstaven. Het leven zou zo dor en ongenietbaar zijn dat het niet te beschrijven was, indien het werkelijk bepaald zou worden door de economische maatstaven die de economische wetenschap aan het leven geeft. De mens is er niet om te produceren voor een inkomen, voor een huishouden of voor meubelen, want men zou dan doordenkend metéén beseffen hoe erg het was dit alles weer te laten glippen, dit te moeten achterlaten aan misschien ondeugdelijke erfgenamen, misschien aan een roofstaat. Men zou geen kinderen willen hebben om hen niet in dit leven het lijden van dit leven te bezorgen. Doch de mens reageert geheel anders. Ondanks het steeds verder doordringen van economische en nuttigheidsmaatstaven herinnert hij zich zoveel andere dingen dat hij eenvoudig in razernij ontsteekt en de economische maatschappij in opeenvolgende oorlogen steeds weer tracht te verdelgen. Deze drang naar vernietiging is een afweermiddel van de mens die deze maatschappij niet verdraagt. Hij vernietigt puur uit liefhebberij omdat de werkelijke mens geen genoegen kan nemen met duplex-woningen, televisie en dergelijke, omdat de werkelijke mens schreeuwt naar iets anders. En de werkelijke mens weet dat alles uiteindelijk goed komt, dat de strijd met Kanaän gewonnen wordt omdat hij ook in dit leven al in zich heeft een deel dat al de verlossing heeft meegemaakt zoals de mensheid met zich draagt een deel dat al verlost is.

 

Copyright © 2024 Academie voor de Hebreeuwse Bijbel en de Hebreeuwse Taal.