ACADEMIE VOOR DE HEBREEUWSE BIJBEL EN DE HEBREEUWSE TAAL |
||
Notities van lezingen81 moderne maatschappij *
moderne mens * moderne wereld * moderne tijd * techniek * ontspanning *
levensstandaard * onderontwikkelde volkeren * wetenschap * relativiteit * zin
v.h. leven Een
zekere Leight, van de Cornell University verklaarde in de UNO dat 15-30 % van
de wereldbevolking geestesziek is, en dat dit vooral kwam door de grote
spanningen van het moderne leven. (Zie o.a. daarover Telegraaf 16/2/63). Dat
wil dus zeggen dat dit percentage in de landen met dit moderne leven,
dus US en W. Europa en N. Europa, veel hoger ligt en in de minder-“ontwikkelde”
landen lager. Het komt er dus op neer dat het moderne leven met alle zogenaamde
luxe een enorme ziekte tegelijkertijd meebrengt, een ontevredenheid, die het
genieten van die luxe tegelijkertijd illusoir maakt. De straf voor de weg van
de ontwikkelingskracht is er meteen. Men is afgesneden, alleen, voelt en weet
zich verloren. En de roes van de maatschappij gaat over in de roes van de
waanzin. De techniek maakt de mens zó
los van het leven dat hij het niet meer verdraagt. Hij leeft niet meer zelf,
doch geniet van het waarnemen van het leven. Dus als de Schedim (de demonen). Hij plaatst zich zelf buiten het leven. Ontdoet zich
ook van de verantwoordelijkheid. Hij leeft in een blinde roes hier, alleen nog
geïnteresseerd in waarnemen, in lezen van romans, detectives, kranten,
illustraties, films. Vooral de zogenaamde “ontspanning,” hetgeen eigenlijk
zeggen wil dat men in roes wil leven, dat men juist niet wil denken, dat
men alleen maar heel passief wil waar-nemen. De techniek ontneemt de mens
ook het geheugen. Want alles vindt hij opgeschreven. Hij ontdoet zich dus,
naarmate hij dat merkt, van het geheugen. Doch het weggaan van het geheugen
ontneemt hem ook de kans op doordenken en afwegen. Hij verlaat er zich op, toch
wel ergens te kunnen vinden wat hij zoekt. Hij verwacht ook pas-klaar zijn
wereldbeschouwing. Uit de krant, het tijdschrift. Als het maar simpel is en
gemakkelijk. Als het de roes maar niet verstoort. De geestesziekte komt
voornamelijk als de mens niet meer een zin voor het bestaan kent. De
moderne techniek en de moderne maatschappij geeft hem een roes. Hij heeft er
genoegen in om hem juist de menselijke functies te ontnemen. Juist het
wakker-zijn ontneemt zij hem. Juist het zich verantwoordelijk voelen voor
vervulling van de zin van het bestaan, wordt hem ontnomen. En hij krijgt ervoor
in de plaats schaduw-verantwoordelijkheden, holle dingen, zinloze zaken. Daarom
is dat alles demonisch. De Schedim (demonen) ontnemen de mens de zin van het bestaan. Zij geven hem het
gevoel van vreselijke kleinheid, bepaaldheid, van de eindeloze tijd en ruimte.
En hij niets meer dan zulk een atoom in het heelal. Het grote van de
mens werd hem ontnomen. Men moet derhalve die techniek
en wetenschap zien als een door demonen gevoerde slag. Een slag om de mens te
ont-goddelijken, om hem te onttrekken aan zijn bestemming, aan de zin van het
leven. Het zijn de 2-krachten die alles in het werk moeten stellen om de
spanning van de 2-heid te houden, om het alternatief te laten. En juist daar
waar de kans op de 1-wording héél groot is dáár is de 2-kracht het sterkst. De 2-krachten trachten de mens
te lokken met de bekende (Nachasch) slang-argumenten. Bij voorbeeld met luxe, met
zelf-verantwoordelijkheid, met goden als nationalisme en materialisme welke de
mens “zelfstandig” zou kunnen beheersen. Zo is ook de “levensstandaard” een
lokmiddel nu, het nationaal inkomen. Met “levensstandaard” wordt techniek en
wetenschap geïntroduceerd en daarmee wint de slang, de 2-kracht. Zo worden de volkeren ingeënt
met de idee dat zij “recht” hebben op luxe leven, op techniek. Dat dat
het doel van het leven is. Zij worden onttrokken aan waarden als “trouw”
eerlijkheid, waarheid, rechtschapenheid, aan gedachten over God. Dat alles noemt men
achterlijk. Wie mee wil genieten van de “vooruitgang” moet ook de maatstaven
ervan aanleggen. Godsdienst is dan ten hoogste getolereerd als “nuttig” voor de
maatschappij. En zij denken dat zij daarmee nu goede weg gaan. Dat dit de enig
mogelijke weg is. Dat zij anders zouden omkomen van honger en ziekten. Want zij
denken dat als zij het niet doen, er niets en niemand is, geen enkele kracht
die het dan zou doen voor hen. De slang gedachte bij de boom der
kennis dus. De wetenschap verleidt op deze
wijze steeds. Zij geeft aan zelf er te kunnen komen, met de menselijke
krachten. Dat dat de enige bruikbare en betrouwbare zijn. En zij leidt de mens
zo geleidelijk in het gebied van de relativiteit. Vertelt hem dat hij hopeloos
klein is, dat er lange keten is van miljoenen jaren, en dat dat alles óók niets
geeft. Wat is dan de betekenis van de mens en van zijn daden? Niets immers. En
zo wordt dan ook de waarheid gerelativeerd, de trouw, het absolute. En zo komt
de mens in de veelheid en is verloren, is “dood”. Einstein bij voorbeeld is zulk
een verleider, Freud idem, Bergson, idem. Want zij relativeerden alles en
betrokken alles op maatstaven van hier. Het geeft dan niet meer wat de mens
doet. Hij is immers en onbelangrijk, en niet-toerekenbaar. Want
allerlei krachten bepalen hem. Hij is zwak. En als hij niet zwak is, is
hij gevaarlijk voor deze roes-maatschappij. Narcissus is de wetenschap. En
die kan alleen zichzelf zien. Spiegelt zich. Kent alleen zichzelf. Meent dingen
te ontdekken doch ontdekt alleen maar wat zij zelf erin legde. Is zó verzot op
zichzelf dat zij zichzelf bestudeert. Beseft het niet dat er andere
dingen zijn, andere werelden. Vergenoegt zich ermee zich zelf te projecteren,
te spiegelen zichzelf. Dat is de wetenschap. Bovenstaande tekst is copyright © 2004 erven F. Weinreb. |
|
Copyright © 2024 Academie voor de Hebreeuwse Bijbel en de Hebreeuwse Taal.