ACADEMIE VOOR DE HEBREEUWSE BIJBEL EN DE HEBREEUWSE TAAL |
||
Notities van lezingen78 Vet * spreiding * 2-wereld * zwaartekracht * natuurwet * Satan Toen Jeschoeroen vet werd, sloeg hij uit. De vette wereld slaat uit, het is de weg van de schepping. Ook deze ging de vette weg en sloeg uit. Want vet is de weg van de spreiding, van de 2-heid. Het vet is het aantrekkelijke, het goede leven, in onze verschijningsvorm, datgene wat lokt. Het is om zo te zeggen gemaakt om te kunnen lokken, opdat het opgenomen wordt door de mens en door hem geheiligd wordt. De oude werelden zijn aanlokkelijk gemaakt om hen te nemen. Iedere werkelijke zonde heeft een aantrekkelijk uiterlijk, anders zou zij niet genomen worden en zij heeft dit uiterlijk juist om genomen te worden en geheiligd te worden. Daarom mocht in de Bijbel het vet van de dieren, datgene dat alleen vet was, niet gegeten worden. De uiterste spreiding moest als offer naderbij gebracht worden tot God. De mens mag spreiding hebben, doch steeds spreiding die gemengd is met het magere, niet dat wat puur spreiding is, dat wat alleen spreiding is. De 2-heid namelijk heeft in zich de kracht van aantrekking, zij wil steeds méér worden, zoals wiskundig de 2 eigenlijk al de weg tot oneindig baant. Materie is 2, is kern en elektron, bestaat door de tegenstelling tot het niet-zijn en daarom neigt de materie tot aantrekken van al het andere en tot oneindige spreiding. Dit is natuurwetmatig zo. Daarom is alles wat materie is onderworpen aan zwaartekracht. Zodra iets in 2-heid gemaakt is, wordt het aangetrokken door de aarde, wordt het aangetrokken door de oude werelden, die zelf alleen puur vetheid, puur spreiding zonder meer, zijn. De duivel heeft in het Latijn zelfs de naam: diabel, de 2-heid in zich. Deze 2-heid dus gezien tegenover de 1-heid, die de nieuwe wereld moet worden tegenover de 1-heid van God. De aarde, is even als de duivel aantrekkelijk. Zij heeft iets in zich dat de mens dwingt op aarde te blijven. En ook in andere verschijningsvormen gezien heeft zij iets in zich dat de mens het vanzelfsprekend voelt, dat zij hem aan de aarde en aan aardse dingen bindt, en aardse handelingen. De weg via het vet is dus de weg van de wereld. Maar zoals het uiterste vet bij God gebracht wordt, zo ligt het ook in de zin van de schepping dat de uiterste spreiding weer tot de 1 terugkomt. Bovenstaande tekst is copyright © 2004 erven F. Weinreb. |
|
Copyright © 2024 Academie voor de Hebreeuwse Bijbel en de Hebreeuwse Taal.