ACADEMIE VOOR DE HEBREEUWSE BIJBEL EN DE HEBREEUWSE TAAL

Artikelen in de pers

 

Een merkwaardig proces

De Vlam 25-9-1948

Op Maandag 27 September des morgens te 11 uur zal voor de Bijzondere Raad van Cassatie de zaak tegen Dr. Weinreb dienen. Dr. Weinreb is een orthodox Joods intellectueel, die in de bezettingstijd een emigratielijst heeft samengesteld, waarop de Joodse intekenaren ,, gesperrt? werden. Deze lijst was een handige misleiding, waarmee de samensteller de kamp-commandant in Westerbork overblufte en zo tientallen Joden in de gelegenheid stelde, zich tijdens hun oponthoud in Westerbork betere papieren te verschaffen. Weinreb werd in Januari 1943. toen de Duitsers het spel door kregen, gearresteerd en in de cellenbarakken te Scheveningen opgesloten. Daarna deed de SD, gestationneerd in villa Windekind, Nieuwe Parklaan 76 te Scheveningen Weinreb het voorstel een nieuwe lijst samen te stellen, waarop opnieuw vervolgde Joden ,,gesperrt? zouden worden, maar tegen betaling van geldbedragen, die deels in handen van de S.D. zouden komen. Weinreb is daar op ingegaan en heeft opnieuw aldus een aantal Joden in de gelegenheid gesteld, zich te beveiligen Ook de tweede lijst ging echter stuk en toen zijn hij en zijn gezin ondergedoken. Dit is in het kort de geschiedenis. Weinreb heeft vorig jaar in Den Haag terecht gestaan wegens ?hulpverlening aan de vijand? en hij is tot drie en een half jaar gevangenisstraf veroordeeld. Dit vonnis is gebaseerd op een aantal gronden, die ieder voor zich merkwaardig zijn. Zonder hier, aan de vooravond van de behandeling van de zaak voor de Bijzondere Raad van Cassatie op het ons ter hand gestelde uitvoerige feitenmateriaal nader in te gaan, moet toch ten aanzien van deze zaak een enkele opmerking van principiële aard gemaakt worden.

Als getuigen tegen Weinreb zijn opgetreden een aantal ambtenaren van de SD te Den Haag ? waarvan er een ter dood veroordeeld is ? die voor hem belastende verklaringen hebben afgelegd. Wij achten het ten hoogste immoreel, dat deze procedure gevolgd is. Om meerdere redenen. Ten eerste gaat het niet aan, een Joods verdachte bloot te stellen aan verklaringen van beruchte Jodenvervolgers en antisemieten. Te minder, omdat deze lieden persoonlijk er belang bij hebben zichzelf ten koste van de beklaagde te ontlasten. Ten tweede is het zeer zonderling, juist die lieden als getuige te doen verschijnen, die door Weinreb op de hak genomen werden en waarvan aangenomen mag worden, dat gevoelens van rancune aanwezig zullen zijn.

Verder. De sententie van het Bijzonder Gerechtshof bevat overwegingen, die door de illegaliteit beslist niet aanvaard kunnen worden. Weinreb wordt ten laste gelegd, dat hij gelden, hem gegeven om emigratie voor te bereiden, voor andere doeleinden gebruikt heeft. Alhoewel Weinreb te zijner verdediging aangevoerd heeft, dat deze gelden gebruikt zijn om onderduikers te helpen ? een verklaring, die bevestigd kan worden door tal van getuigen ? meent het B.G., dat dit hem niet kan ontlasten en dat het daarom de juistheid van zijn mededelingen niet behoeft te onderzoeken. Volgens de sententie had hij deze gelden niet anders mogen gebruiken.

Afgezien van elke andere overweging en afgezien of Weinreb in enig ander opzicht schuldig zou zijn, dit kan in ieder geval niet als een deugdelijke beschuldiging tegen hem gehanteerd worden. Er zullen weinig oud-illegalen gevonden worden, die zich aan dit feit niet hebben schuldig gemaakt, en terecht. Een mensenleven is nog altijd belangrijker dan welk formeel bezitsrecht ook. Bovendien was dit bezitsrecht door de Duitsers opgeheven en zouden de gelden, indien zij ze in handen hadden gekregen, in de bodemloze put van de SD verdwenen zijn. Een andere overweging van de sententie is even onaanvaardbaar. Weinreb wordt er van beticht, gearresteerde medewerkers ? die reeds na enkele dagen opnieuw werden vrijgelaten! zoals de sententie vermeldt ? te hebben aangespoord, te zeggen, waar zij gelden verborgen hadden. Weinreb voert te zijner verdediging aan, dat hij dit deed om mishandeling van de betrokkenen te voorkomen. Het is eenvoudig, hem nu hiervan een verwijt te maken. Een andere vraag is het echter, of, gezien de situatie, dit ,,doorslaan? niet verantwoord was. Wanneer Weinreb daarmede mishandeling van de betrokkenen kon voorkomen en hun spoedige invrijheidstelling kon bereiken, dan was zijn optreden juist.

Ten slotte is de hele procedure merkwaardig, omdat zij in geen enkel opzicht rekening houdt met de uitzonderlijke positie, waarin Nederlandse Joden tijdens de bezetting waren geraakt. Noch met de sfeer, noch met de mentaliteit, noch met alle andere factoren, die elk optreden in die dagen moesten bepalen, is in het geding gerekend. Alle Joden, en dat schijnt, men tegenwoordig nogal eens te vergeten, waren ter dood veroordeelden. Het is al te dwaas, iemand verantwoordelijk te stellen voor een mislukte redding. Het zou toch wel een storm van protest oproepen, indien een man, die te water springt om een verdrinkend kind te redden en die in zijn reddingspoging niet slaagt, beschuldigd wordt van moord of van grove nalatigheid.

Bij deze aantekeningen vooraf willen wij het nu laten. Uiteraard zal op deze meer dan merkwaardige zaak na de behandeling door de Bijzondere Raad van Cassatie moeten worden teruggekomen. FRITS KIEF.

 

 

Copyright © 2024 Academie voor de Hebreeuwse Bijbel en de Hebreeuwse Taal.