ACADEMIE VOOR DE HEBREEUWSE BIJBEL EN DE HEBREEUWSE TAAL

Notities van lezingen

58

kern-elektronen * kern * elektronen * Awoudo Soro* materie * atoom * fysica* 7e dag * moderne tijd * elektronen * elektro-magnetische golven * chemie * goden

De kern trekt elektronen aan en deze elektronen krijgen, zodra zij aan de kern gebonden zijn, de eigenschappen inherent aan die kern. Het elektron heeft geen eigen wezen, doch neemt geheel het wezen, de verschijning, aan van de kern waartoe het gaat behoren. Ditzelfde speelt zich in alle andere sferen af en zo geeft ook de god als kern-vorm een uiterlijk aan hen die zich naar die kern richten, die naar die kern handelen. De elohim (goden) trekt dienaren aan op dezelfde wijze, met dezelfde kracht, als de kern elektronen aantrekt en het is de opbouw van de wereld, dat zij op deze wijze bestaat. En het gaat er nu om, welke elohim het is die nu aantrekt. Daarom zien wij in bepaalde tijden, als er en bepaald denken heerst –het moge de dienst zijn aan Appolo, of aan de elektriciteit, of aan de motoren- bepaalde menselijke verschijningsvormen ontstaan, die speciaal tot die tijd behoren. En die verschijningsvorm moet zo uitgebreid mogelijk worden genomen, want ook de denkvormen, de logica, de idealen, staan alle in het teken van die elohim. Men denke aan het uiterlijk van de mens uit de middeleeuwen; dit was volkomen anders dan dat van de mens van het Amerikanisme. En nog groter verschillen zou men ontdekken, indien men de Griekse oudheid, of de Indische of Chineesche, nam en deze vergeleek met de moderne tijden. Het is de elohim die kleur en vorm geeft aan de kringen die hem omringen en is men eenmaal door zulk een kern gevangen, dan kan men er niet meer van loskomen. De kern bindt met grote kracht alle kringen aan zich en dat is het behoud van de substantie van de kern, van het gehele atoom, dat hij de kracht tot binding heeft. Een elohim kan daarom vaak slechts verdreven worden door al zijn aanhangers, zijn elektronen, stuk voor weg te nemen, omdat men anders niet tot de kern zou kunnen doordringen.

In de materie zien wij kernen die elkanders elektronen trachten te nemen. Wij zien regelmatig het overspringen van elektronen van de ene kern naar de andere, van de ene stof naar de andere. Er zijn stoffen die grote affiniteit hebben, dus elektronen aanstrekken en andere welke juist zeer gemakkelijk elektronen afstaan. Dit zijn dan stadia waarin de kern een teveel om zich heen heeft en daarom naar een andere evenwichtstoestand tendeert. Dit over en weer opnemen en afstaan van elektronen, is de strijd der goden onderling en vindt steeds plaats om het evenwicht in de wereld te behouden. Het is een van de verschijningsvormen van de Libra, van de 7e dag. De strijd in de oudheid tussen de goden, was een strijd om de dienaren, om de elektronen en steeds weer vindt deze strijd plaats en steeds opnieuw worden elektronen opgenomen en afgestaan. Het is de strijd om de aanhangers, de stemmers, die in de diverse historische stadia, onder diverse namen, steeds weer wordt gestreden.

In de laatste tijd ontstond echter een nieuw facet in dit beeld namelijk het alleen-lopende elektron verscheen. Zeer zeker bestond deze al vroeger, doch het massale van de elektro-magnetische golven was een volkomen onbestaanbaar verschijnsel. De mensen zelf hebben deze elektro-magnetische golven voortgebracht en brengen ze in steeds sterkere mate voort. Dit voortbrengen van alleen-lopende elektronen, welke niet aan een kern zijn gebonden, geen kern kennen, is daarom ook het typische beeld geworden van de moderne mens. De moderne mens weet zich niet meer aan de kern gebonden en als hem hier en daar iets tot de kern aantrekt, dan is het slechts zeer los en is die kern onmiddellijk bereid de massale kring van elektronen weer prijs te geven. Daarom zwerft de mensheid nu rond zonder zichtbare kern. Daarom de hang naar atomen met de zeer hoge elektronen-aantallen, de vluchtige elementen, die nu zo wil opdringen, overal. Zij komt wel van een bepaalde kern, zoals alle elektronen uit een bepaalde kern voortkwamen, maar zij is niet meer gebonden. De gehele moderne wetenschap is eigenlijk een consequentie van dit losgeslagen zijn. Het is het beeld van de losgeslagen vrouw, die zich dan eens hier, dan eens daar, bindt, maar niet de neiging heeft om zich ergens vast te binden. Steeds zal zij denken, dat zij nu de vaste binding heeft, maar dit beslaat altijd weer een korte tijdsperiode. Men erkent daarom tegenwoordig geen God meer, omdat alles is los geslagen en het feit, dat men nu en dan aan een kern gebonden is, speelt, vergeleken bij de enorme ervaringen van elektronen zelf, geen rol meer.

De kernen zelf kunnen in deze wereld slechts verschijnen doordat zij elektronen hebben, want kernen zijn een onzichtbaar en onmogelijk iets voor de wereld als zij alleen hier zouden verschijnen. Daarom werden zij omhuld met elektronen en deze elektronen zijn in feite de basis, de pied à terre, voor de kern. De elektronen-ringen geven aan de stof het uiterlijk, de kleur, de verschijningsvorm, de eigenschappen die elke stof toebehoren. Zo zijn ook de goden afhankelijk van het omringd zijn door elektronen-ringen en zij kunnen hier niet bestaan zonder deze ringen van dienaren. Juist de mens die hen dient, vormt de pied à terre, hun basis op deze aarde. Het is dus een natuurwettelijke kracht dat de goden zich trachten te omringen door mensen, omdat zij alleen door deze mensen hier op deze wereld kunnen bestaan. De mensen geven kleur en eigenschappen op deze wereld aan de goden. Deze kleur en eigenschappen zijn echter niets anders dan de krachten van de kern die deze elektronen binden. Het is dus zo, dat de kern niet in staat is zijn eigenschappen op deze wereld uit te leven zonder de hulp van de mens en deze eigenschappen uiten zich dus in de vorm, in de eigenschappen die de mens aanneemt. De mens bestaat dus niet zonder goden, zal eventueel wel zwerven van de ene kern naar de andere, losgeslagen, kleurloos geworden, onverschillig, in een roes levend, doch hij zal steeds weer aan een kern gebonden willen zijn, althans door een kern worden gevangen. De kleurloosheid van de moderne mens is ook een gevolg van dit alleen zwerven van de elektronen-golven. Niet alleen de kleurloosheid in het uiterlijk, in denken en handelen, in onverschilligheid, gebrek aan energie, gebrek aan visie voor de toekomst, kortom alles uit zich in een steeds meer versplinterd zijn in de tijdsmomenten, omdat er geen kern van God meer aanwezig is.

Image 2

 

Copyright © 2024 Academie voor de Hebreeuwse Bijbel en de Hebreeuwse Taal.