ACADEMIE VOOR DE HEBREEUWSE BIJBEL EN DE HEBREEUWSE TAAL

Notities van lezingen

54

kern-elektronen * praedestinatie * genade * 2-heid * tegenstelling * logica * filosofie* ets pri ose pri * ets ose pri * vrije wil * elektronenkring * kern * Hervorming * Calvinisme * Renaissance * moderne tijd * detail * breuk * 2-wereld * 1 * bescheidenheid * alternatief * daad * spreiding * 1-making

De kwestie van vrije wil en genade, welke in haar logische tegenspraak zoveel moeilijkheden opwerpt, kan slechts duidelijk worden gezien indien men haar plaatst in het schema waarmede de wereld is opgebouwd, namelijk in dat van de ets pri ose pri en van de ets ose pri. Dit houdt zichtbaar voor ons in het schema van de materie, namelijk zoals zich dat in de atoom uit, in de kern en elektronen.

Vrije wil wil zeggen, dat men zelf kern is, dus zelf bepalen kan hoe de kringen zich formeren om de kern. Het afwachten van genade alleen, is het bewust loslaten van de kern en het zich bewust plaatsen in de kring. De kring kan zelf niets bepalen, moet slechts afwachten wat de kern doet en hoe de kern hem wil leiden. De vrije wil is dus bij mensen die het boom des levens-karakter kennen, die dus verantwoordelijkheid en keuze-mogelijkheden op juiste wijze weten te gebruiken. Het zich overgeven aan genade alleen, betekent een bewust loslaten van de taak en de bestemming van de mens op deze wereld en het zich overgeven aan deze wereld zelf. Als kern-wezen moet men weten dat zijn eigen kern weliswaar verwantschap heeft met de werkelijke kern van de wereld, doch dat deze kern in een kring om die werkelijke kern heen zich beweegt. Natuurlijk mag dit niet inhouden, dat men zich op de plaats van de werkelijke kern zet. Men moet ook in dit opzicht een 2-heid behouden, namelijk weten dat men zelf kern is, doch tevens dat er een kern is die onszelf in de loop bepaalt.

Het zich overgeven aan genade alleen veroorzaakt een zich lui willen voelen, geeft de drang om in een roes te leven. Zodra er een denk-richting of wereldbeschouwing ontstaat welke uitgaat van het principe dat er alleen genade is en dat de mens niets kan doen, ontstaat deze afval, dit lui-worden ten opzichte van de kern. Dit probleem, dat vroeger nooit een probleem was, ontstond met de Renaissance en kreeg een zeer bijzonder karakter met de Hervorming. Het Calvinisme gaat eigenlijk gebukt onder deze fout, omdat het niet een 2-heid kan aanvaarden en meent slechts een keuze te kunnen maken tussen vrije wil en genade. De keuze viel op de genade en bracht een grote afval ook van de kerk mee. Want als de mens zijn menselijke waardigheid, zijn gelijkvormigheid met God verliest, verliest hij zijn kern en wordt dier. Hij wordt dan wreed, kent slechts het genot van het onbelangrijke, kan slechts spelen met onderdeeltjes en kent niet meer het geheel. Daarom werd de wereld sedert de Renaissance zo geïnteresseerd in specialiteiten en verloor zij de kijk op het geheel, verloor zij ook het bewust zijn dat alles door de mens mede bepaald werd, dat de mens eigenlijk een beslissende factor was in het leggen van de verbinding tussen zijn kern en God als kern van de gehele wereld. En als de mens deze sluiting niet maakt, staat hij los van de kern, heeft geen vaste plaats, is slechts kring en daardoor ongeïnteresseerd in het geheel. Tenslotte is de belangstelling voor het detail duivels. Iemand die slechts details kent en het geheel niet kent, heeft het wezenlijke menselijke verloren en kan eigenlijk langs de weg der details niet tot de ware mens gebracht worden. Het is onbegonnen werk de oneindigheid der details samen te rijgen tot een geheel. Daartoe zou een oneindige tijd nodig zijn en het is wel haast zeker dat tijdens de ontwikkeling er heen de weg naar de ondergang zou leiden. Belangstelling voor het detail kan slechts hij hebben die niets anders weet dan het detail, die niet meer beseft dat er een eenheid tussen alles is, een samenhang en die slechts verblijd is met de ontdekking tussen de samenhang van enige details en hieruit verstrekkende conclusies maakt voor de gehele wereld. Dit denken is een gevolg van het feit, dat men de keuze heeft gelegd op willoosheid van de mens, omdat men niet begreep dat de wereld op 2 gemaakt is en slechts doordat de mens deze 2-heid in 1 ziet begrepen kan worden.

Waar men een 1 wil hebben terwijl het 2 is, uit zich dit in onbescheidenheid, kan het tot gevolg hebben dat men de kern los laat, omdat men hem los moet laten, omdat men tenslotte de boom der kennis tot zich genomen heeft. Dit is het afsnijden van de kern, terwijl men zocht naar de 1, terwijl de 2 er was.

Ware bescheidenheid weet, dat de 2 hier constant aanwezig is en weet de 1 in de liefde van God en de wil en het streven om zijn kern te verbinden aan de kern van God. Elke daad zal dan betrekking hebben op de kern, want slechts dit is leven, dat men elk ding, ook het kleinste, steeds verbindt en volgt tot aan de kern. Men weet dat de daad voortkomt uit de 2-heid, dat de daad een keuze is, dus alleen al daarom uit de 2-heid blijkt voort te komen. Doch deze keuze moet zo gedaan worden, dat de weg naar de kern gevolgd wordt en niet de weg naar de spreiding. Elke daad kan twee kanten uitgaan, naar binnen en naar buiten; elke daad is een grens, staat op een evenwichtspunt en kan twee kanten uit. Zodra men de daad naar binnen toe verbindt, heeft men het detail, de kring, de 2-wereld, aan de 1 gebonden. Indien men de daad niet naar binnen toe verbindt, indien men dus de mens de mogelijkheid om mee te werken aan de wereld ontneemt, maakt men hem tot dier en de daad tot spreiding.

Het zijn andere dan redelijke motieven die het handelen moeten bepalen, want redelijkheid betekent kring, betekent het logisch sluiten in de kring en dit is de rede van het dier. Ons lichaam loopt, als het onbewust loopt, steeds in een kring. Een mens die verdwaalt zou, als hij denkt steeds rechtuit te lopen, in een kring rondlopen. Ook het dier loopt onbewust steeds in een kring. Dit is een gevolg van het feit, dat de dierlijke ziel, zowel in de mens als in het dier, niet anders kan dan kringen maken, in feite niets anders is dan een kring. Deze redelijkheid dus houdt altijd een cirkel redenering in en het is typisch dat de wereld langzamerhand slechts deze logica als rede kent. Het werkelijke handelen naar de kern toe is daarom in onze ogen zeer vaak volkomen onredelijk, is iets waar het dier zich aan ergert, omdat het voelt dat er een weg naar de kern bestaat die het in zijn dier-bestaan schokt.

 

Copyright © 2024 Academie voor de Hebreeuwse Bijbel en de Hebreeuwse Taal.